Joachim Jeremias, ‘De gelijkenissen van Jezus’

Ezra Bijbels tijdschrift 18: juni 2013Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

Door Joël Delobel in VBS-Informatie 1971 nr. 1

Men kan bezwaarlijk nog een boek voorstellen dat reeds in 1947 gepubliceerd werd, sindsdien meerdere nieuw bewerkte edities kende, en sinds 1968 in Nederlandse vertaling beschikbaar is. Toch mag in de V.B.S.-informatie nog even uitdrukkelijk naar deze “klassieker van de parabel-exegese” verwezen worden, omwille van de practische betekenis voor de verkondiging. Wanneer men de tijd neemt om Jeremias’ heldere uiteenzetting te volgen, gaat men begrijpen hoe d parabels geleefd hebben in de vroegste christelijke gemeenschap en in diverse omstandigheden vanuit wisselende omstandigheden met de nodige wijzigingen werden verder verteld. Behoedzaam borend doorheen de traditielagen tracht Jeremias de oorspronkelijke woorden van Jezus te achterhalen en aldus de eigen bedoeling en de oorspronkelijke “Sitz-im-Leben” te reconstrueren. De predikant of catecheet leert er allereerst voor zichzelf een methode om Jezus’ parabels te benaderen. Hij wordt verder geconfronteerd met de verrassende boodschap van Jezus’ gelijkenissen. Als verkondiger zal hij evenwel bijzonder geboeid zijn door de verschillende verkondigingssituaties die uit de analyse van de ontwikkeling der parabels naar voren komen, en die inspirerend kunnen werken voor de actuele verkondigingstaak. Er valt wel enige kritiek te leven; de wijze waarop, vanaf de zesde uitgave, het “Thomas-evangelie” in het onderzoek betrokken werd, is niet over de hele lijn gelukkig te noemen. Verder mist men ook wel bepaalde resultaten van de meest recente Redaktiegeschiedenis die nog scherper de kijker richt op de eigen bekommernis van de evangelist en de concrete situatie van zijn gemeente waarvoor hij uiteindelijk schreef, de zgn. “derde Sitz-im-Leben”. Tenslotte is de reactie tegen elke vorm van allegorie in Jezus’ eigen woorden een al te getrouwe overname van Jülichers grondprincipe, dat niet steeds met de feiten strookt. Doch deze kritische bemerkingen wegen niet op tegen de uitstekende diensten die het werk kan bewijzen om zowel in de persoonlijk lectuur als in prediking en catechese de eeuwenoude gelijkenissen van Jezus tot nieuw leven te wekken.

J. Delobel, Leuven

Reacties zijn afgesloten.