Maria Magdalena en de anderen. De verrezen Jezus en zijn leerlingen in het Johannesevangelie

Maria Magdalena en de anderen. De verrezen Jezus en zijn leerlingen in het Johannesevangelie

Door Hans Debel in EZRA Bijbels tijdschrift 33: maart 2017

Geselecteerde fragmenten

Geen enkele bijbelse vrouw heeft een zo rijke interpretatiegeschiedenis gekend als Maria Magdalena. Tijdens de late Oudheid en de Middeleeuwen ontstonden talrijke legendes over hoe zij na de dood en verrijzenis van Jezus op wondere wijze naar Rome gevoerd werd om er het wangedrag van Pontius Pilatus aan te klagen, vervolgens doorreisde naar het zuiden van Frankrijk om er de blijde boodschap te prediken, en zich daar uiteindelijk als kluizenares in de eenzaamheid terugtrok om dagelijks door engelen ten hemel te worden gevoerd en er de communie te ontvangen. Gedurende de Nieuwe Tijd, in de periode van de katholieke hervorming, verschoof de aandacht naar de bekering die Maria Magdalena zou hebben doorgemaakt voor zij zich bij Jezus aansloot, waardoor zij vooral als boetelinge zou worden afgebeeld. De voorheen reeds bestaande traditie dat zij voorafgaand aan haar bekering als prostituee actief was, werd in die context een voorwendsel om haar gedeeltelijk of zelfs geheel naakt af te beelden. De jongste decennia wordt haar naam dan weer vooral genoemd in de niet zelden op sensatie beluste theorieën die haar tot de vermeende echtgenote van Jezus maken. Al deze voorstellingen hebben met elkaar gemeen dat zij veel verder gaan dan de weinige bijbelse teksten over Maria Magdalena toelaten. Nochtans loont het evenzeer de moeite om in te zoomen op het bijbelse beeld dat van haar wordt geschetst, en dan vooral in de slothoofdstukken van het Johannesevangelie. De evangelist Johannes laat Maria Magdalena immers een sleutelrol spelen in het verkondigen van de verrijzenis, terwijl hij tegelijkertijd beschrijft hoe zij samen met enkele andere leerlingen op een welbepaalde wijze tot geloof komt.

[..]

De drie synoptische evangelisten hebben dus met elkaar gemeen dat zij Maria Magdalena telkens laten optreden samen met andere vrouwen die Jezus uit Galilea waren gevolgd. De evangelist Johannes onderscheidt haar echter van de andere vrouwen. In het vierde evangelie staat Maria Magdalena niet op een afstand toe te kijken hoe Jezus gekruisigd wordt, maar bevindt zich samen met Jezus’ moeder en enkele andere vrouwen onder het kruis (Joh 19,25). Daarenboven gaat zij er op de eerste dag van de week in haar eentje naar het graf, ontmoet daar niemand minder dan de verrezen Jezus zelf, en wordt uiteindelijk de eerste die getuigenis zal afleggen van Jezus’ opstanding (Joh 20,1-18).

[..]

Van zodra Maria ziet dat de steen voor de ingang van het graf is verdwenen, holt ze volgens Johannes naar Petrus en de andere leerling, zonder dat ze in het graf gekeken heeft. Ze vertelt hen niét wat ze eigenlijk heeft gezien, meer bepaald dat de steen is verdwenen, maar wel wat ze op basis daarvan vermoedt. Uit wat zij zegt, blijkt dat ze een nuchtere kijk heeft op de feiten: haar interpretatie dat iemand het lichaam moet hebben weggenomen, blijft binnen de grenzen van de aardse mogelijkheden. Voor haar lijkt het vast te staan dat Jezus dood is; de enige vraag is waar zijn lichaam is terechtgekomen als het zich niet langer in het graf bevindt. Het kan enigszins vreemd lijken dat zij hierbij een meervoudsvorm gebruikt: ‘we weten niet waar ze hem hebben gelegd’. Sommigen zien in deze meervoudsvorm een subtiele aanduiding dat Maria net als in de andere evangeliën samen met andere vrouwen naar het graf moet zijn gegaan. De tekst kan echter ook verklaard worden doordat zij tot Petrus en de andere leerling spreekt, zoals de evangelist later in het meervoud zal opmerken dat ‘ze’ toen nog niet wisten wat de Schrift zei (Joh 20,9). Tegenover ‘zij’ die het lichaam hebben weggehaald, staan in Maria’s beleving ‘wij’ die niet weten waar ze het lichaam hebben gelegd.

Ezra Bijbels tijdschrift 33: maart 2017Dit nummer van Ezra – Bijbels tijdschrift is nog steeds verkrijgbaar. Losse nummers zijn bestelbaar voor 6 euro, incl. verzendingskosten, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra33’.

Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.