Recht op de waarheid af. Bijdragen over Paulus, de evangeliën en de Nieuwe Bijbelvertaling

Jan Lambrecht, Recht op de waarheid af. Bijdragen over Paulus, de evangeliën en de Nieuwe Bijbelvertaling, Leuven: VBS-Acco, 2005, 192 p., € 18,60Jan Lambrecht, Recht op de waarheid af. Bijdragen over Paulus, de evangeliën en de Nieuwe Bijbelvertaling, Leuven: VBS-Acco, 2005, 192 p., € 18,60
 

Deze publicatie is helaas niet meer verkrijgbaar.

Op alle nog verkrijgbare publicaties genieten leden van de Vlaamse Bijbelstichting 15% korting.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 
De titel “Recht op de waarheid af” komt uit de brief aan de Galaten 2,14 maar heeft hier een afgeleide betekenis. Hij doelt op de vertaling, uitleg en betekenis van een aantal nieuwtestamentische teksten. Staat er in de originele tekst wat er staat in de vertalingen, ook in de Nieuwe Bijbelvertaling?
 
Ongeveer de helft van de twintig bijdragen van deze nieuwe bundel hebben met de Nieuwe Bijbelvertaling te maken. Aan de hand van steekproeven wordt nagegaan in hoeverre de vertalers hun motto “brontekstgetrouw en doeltaalgericht” waargemaakt hebben. De keuze van de passages is breed en de thematiek ruim. Een zo nauwkeurig mogelijke tekstverklaring wordt voorgesteld. Ook wordt kort en voorzichtig de draagwijdte voor de hedendaagse lezer aangeduid: welke rol kan de bijbelse boodschap spelen in het leven vandaag?
 
OVER DE AUTEUR
Emeritus professor Jan Lambrecht s.j. doceerde tot 1990 bijbels Grieks en exegese Nieuw Testament aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Van 1985 tot 1995 was hij lid van de Pauselijke Bijbelcommissie en van 1996 tot 2001 gastprofessor aan het Pauselijk Bijbelinstituut te Rome.

GESELECTEERDE FRAGMENTEN

In zijn brief aan Filemon schrijft Paulus in vers 12 dat hij de slaaf Onesimus naar zijn meester (Fiklemon) terugstuurt, maar hij voegt er in vers 13 aan toe: ‘ik voor mij had hem graag hier gehouden, zodat hij, als uw plaatsvervanger, voor mij zou kunnen zorgen in mijn gevangenschap voor het evangelie’ (Willibrordvertaling 1995). In de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004 staat er: ‘(hoewel ik hem graag bij me gehouden had. Dan had hij namens u voor mij kunnen zorgen nu ik omwille van het evangelie gevangen zit’. Is de vertaling van her Griekse hyper sou ‘als uw plaatsvervanger’ niet beter dan het nogal bleke ‘namens u’? De gedachte van plaatsvervanging is tenminste impliciet aanwezig.

In een recente studie verdedigt Jens-W. Taeger de stelling dat het opschrift van de Openbaring van Johannes, namelijk de verzen 1-3 van het eerste hoofdstuk, niet stammen van de auteur van het boek maar van een latere ‘editor’ of ‘redactor’. Die uitgever of redacteur, voegt hij eraan toe, behoorde echter tot de zogenaamde Johanneïsche school en wilde met zijn toewijzing aan Johannes het gezag van de Apokalyps vergroten. Deze bijdrage gaat op deze stellingen niet in maar neemt wel met veel anderen aan dat de tekst van 1,1-3 gecomponeerd werd na de voltooiing van het gehele geschrift en in woord en gedacht duidelijk aan 22,6-21 schatplichtig is.

 

Reacties zijn afgesloten.