De eenvoud van Maria. Het verhaal van Jezus’ geboorte volgens Lucas
Door Hans Debel in EZRA Bijbels tijdschrift 28: december 2015
Geselecteerde fragmenten
Het is haast een paradox: het kerstverhaal, dat door velen wordt beschouwd als één van de bekendste bijbelse verhalen, blijkt helemaal niet in de Bijbel voor te komen – of toch niet in de vorm zoals het te vinden is in de talrijke hervertellingen ervan. Veeleer bevat de Bijbel twee afzonderlijke verhalen over Jezus’ geboorte, die we respectievelijk aantreffen in de eerste hoofdstukken van de evangeliën volgens Matteüs en Lucas. Omdat beide verhalen in verschillende opzichten van elkaar afwijken en elkaar op bepaalde punten zelfs ronduit tegenspreken, kunnen ze niet zonder meer met elkaar worden vervlochten; veeleer moeten ze afzonderlijk van elkaar worden gelezen in het licht van het werk van de evangelist als geheel. Nadat in het vorige decembernummer de eerste hoofdstukken van het Matteüsevangelie vanuit dit perspectief werden besproken, belicht deze bijdrage de veel uitgebreidere proloog van Lucas, die een boeiend verhaal vertelt waarin niet de rechtvaardige Jozef maar de eenvoudige Maria centraal staat.
[..]
Als geboren verteller die beseft dat vorm en inhoud samengaan, verankert Lucas de nauwe verwantschap tussen Jezus en Johannes in de structuur van zijn proloog, waarin de aankondiging en de geboorte van respectievelijk Johannes en Jezus met elkaar verstrengeld worden. Meer bepaald kunnen zeven delen worden onderscheiden in Lucas’ geboorteverhaal: na het woord vooraf waarin hij aan een zekere Theofilus zijn werkwijze uitlegt (Lc 1,1-4), verhaalt hij achtereenvolgens (1) de aankondiging van de geboorte van Johannes aan diens vader Zacharias (Lc 1,5-25); (2) de aankondiging van de geboorte van Jezus aan diens moeder Maria (Lc 1,26-38); (3) het bezoek van Maria aan Johannes’ moeder Elisabeth (Lc 1,39-56); (4) de geboorte en besnijdenis van Johannes (Lc 1,57-80); (5) de geboorte en besnijdenis van Jezus (Lc 2,1-21); (6) de presentatie van Jezus in de tempel veertig dagen na zijn geboorte (Lc 2,22-40); (7) het optreden van de twaalfjarige Jezus in Jeruzalem (Lc 2,41-52). Hij laat zijn evangelie dus aanvangen met twee scènes die elk een afzonderlijke verhaallijn inzetten, om beide verhaallijnen elkaar vervolgens letterlijk te laten ontmoeten in de derde scène, die traditioneel wordt aangeduid als de ‘visitatie’ van Maria.
[..]
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat beide liederen in de latere traditie een eigen leven zijn gaan leiden, los van Lucas’ geboorteverhaal. Het Magnificat en het Benedictus werden bijvoorbeeld allebei opgenomen in het apocriefe boek van de Oden, een verzameling van veertien bijbelse liederen die vermoedelijk voor liturgische doeleinden werd samengesteld. Beide maken ook reeds eeuwenlang deel uit van het getijdengebed van de kerk: tot op vandaag wordt het Benedictus dagelijks gebeden tijdens het morgengebed en het Magnificat tijdens het avondgebed. Daarenboven voorziet het getijdengebed bij de dagsluiting vóór het slapengaan nog een derde ‘lofzang uit het evangelie’, die eveneens afkomstig is uit de proloog van het Lucasevangelie, namelijk het Nunc Dimittis van de vrome Simeon (Lc 2,29-32), dat eveneens te vinden is in het boek Oden.
De volledige versie van dit artikel kan u terugvinden in EZRA Bijbels tijdschrift 28: december 2015, verkrijgbaar voor €5, incl. verzending, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra28′.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.