Patmos – Kos – Rhodos. Paulus en Johannes achterna

Door Frans Van Segbroeck in VBS-Informatie September 2005

Van 6 tot 15 juli bezochten wij met een kleine dertig geïnteresseerden de Griekse eilanden Rhodos, Patmos en Kos. Die eilanden maken deel uit van de Dodekanesos, de archipel ten westen van de kust van Turkije: Griekse eilanden die de sporen dragen van een bewogen geschiedenis. De eilanden worden in de zomermaanden overspoeld door toeristen die zich hoofdzakelijk neervlijen op de prachtige stranden. Wij hadden andere oogmerken.

Aanleiding tot onze bijbels-archeologische reis was het feit dat Paulus op zijn derde missiereis de eilanden Kos en Rhodos heeft aangedaan. In de jaren 53-58 was hij met wisselende reisgezellen te voet van Antiochië-in-Syrië over Tarsus, zijn geboortestad, het Taurusgebergte overgetrokken, om dan, dwars door de hoogvlakte van Anatolië – het huidige Turkije – aan te komen in Efese, de hoofdstad van Asia, een grote havenstad aan de Egeïsche Zee. Hij verbleef daar ongeveer twee jaar en schreef er de brieven aan de Galaten, de Filippenzen, Filemon, en de Koxintiërs. Zware conflicten dwongen hem de stad halsoverkop te verlaten. Hij vluchtte naar Macedonië en vervolgens naar Korinte waar hij drie maanden bleef en zijn brief aan de Romeinen schreef. Over land keerde hij van Korinte terug naar Macedonië (Noord-Griekenland). Bij de christenen van Filippi vierde hij Pasen (Handelingen 20,5).

Per kustvaarder ging het dan zuidwaarts naar Troas en Assos en vervolgens via de eilanden Lesbos, Chios en Samos naar het vasteland van Klein-Azië (nu: Turkije), waar hij de grote havenstad Milete, beroemd wegens het orakelheiligdom van Apollo, als verblijf uitkoos. Daar riep hij alle leiders van de christelijke gemeenschappen in Klein-Azië bij zich en sprak hen voor de laatste maal toe (Handelingen 20,17-35). Paulus had grote haast. Hij wilde met Pinksteren in Jeruzalem zijn. Bovendien besefte hij dat zijn dagen als vrij man geteld waren en dat hij nu zijn laatste reis aan het maken was. Het slot van de afscheidsrede in Milete liegt er niet om: ‘Na die woorden knielde Paulus met allen neer en sprak een gebed. Ze begonnen luid te wenen, vielen Paulus om de hals en kusten hem. Ze waren vooral bedroefd omdat hij gezegd had dat ze hem niet meer zouden terugzien. Daarna deden zij hem uitgeleide naar het schip’ (Handelingen 20,36-38).

Het verhaal in Handelingen gaat dan verder: We kozen zee en koersten rechtstreeks naar Kos, de volgende dag naar Rhodos en vandaar naar Patara (havenstad in Zuid-Klein-Azië)…’. Aangekomen in Jeruzalem zou Paulus gearresteerd worden en uiteindelijk, na een eindeloze reeks gevangenissen, op transport gezet worden naar Rome om er terecht te staan. De eilanden Kos en Rhodos bezocht hij nog als vrij man.

Rhodos

Wij begonnen ons bezoek ‘in de voetstappen van Paulus’ met het eiland Rhodos, het grootste van de eilanden (77 x 35 km). Het ligt ten zuidwesten van Turkije en telt ongeveer 90.000 inwoners, een getal dat in het lang durende toeristische seizoen met tien vermenigvuidigd mag worden. De gelijknamige hoofdstad, gelegen op de noordpunt van het eiland, wordt verdeeld in een nieuwe stad en de oude, middeleeuwse vesting met daarin het indrukwekkende paleis van de grootmeesters van de ridderorde van Malta. De ridders van Sint-Jan hadden zich na de val van Jeruzalem teruggetrokken op Rhodos en er een versterkte burcht van gemaakt met stadswallen, poorten en torens. De ridders verbleven er van 1310 tot 1527, wanneer zij door de Turkse sultan Suleiman de Grote overwonnen en verdreven werden. Zij zochten dan hun toevlucht op het eiland Malta.

In de Romeinse tijd – de tijd van Paulus – was Rhodos toonaangevend op gebied van beeldhouwkunst, wetenschap en welsprekendheid. Beroemde ballingen brachten er een tijd door: Cicero, Julius Caesar, Pompeius en vele anderen. De ruïnes van Lindos, antiek Ialyssos en antiek Kamiros getuigen van het rijke verleden. Dat de verering van de ontembare Helios, de zonnegod, er in hoog aanzien stond is niet verwonderlijk voor de arme reiziger die zijn bezoek bij temperaturen van boven de 40° moet afleggen.

Wij bezochten ook het binnenland van Rhodos, een bergachtig gebied met een prachtige natuur (o.a. het paradijselijke epta pègès, zeven bronnen), overvloedig bezaaid met kleine Byzantijnse kerkjes, vaak wit-blauw geschilderd, pareltjes van miniatuurkunst met soms mooie fresco’s. In het kloostertje van Filerimos wordt een icoon vereerd van Maria, geschilderd door Lucas de evangelist – een van de vele. De oudtestamentische profeet Elia geniet een grote populariteit. Veel kerkjes zijn aan hem toegewijd, maar niet zoveel als aan Johannes die meestal simpelweg ‘de theoloog’ genoemd wordt. De grote kerk van Archangelos bevat een schat aan decoraties. Opvallend in straten en kerken is de typische vloerbedekking met witte en zwarte keien (chochlaki), in mooie geometrische figuren bijeengebracht.

En Paulus, vraagt men zich af, waar blijft die? Geen nood. Ook al heeft Paulus op Rhodos slechts de nacht doorgebracht, wachtend op een geschikt schip, de fantasie beeft haar werk gedaan. In de buurt van Lindos, dé toeristische trekpleister van het eiland, wijst men een inham aan waar Paulus schipbreuk geleden zou hebben (het haventje van Hagios Paulos). Duidelijk een overplaatsing van het verhaal van Handelingen 27-28 naar Rhodos. Men heeft op die plaats zelfs een kerkje gebouwd.

Kos

Kos is het op een na grootste eiland van de Dodekanesos. Het ligt halfweg in de archipel. Wij bereikten het, komend van Patmos, met de catamaran, die tweedelige moderne vleugelboten die aan hoge snelheid rimpelloos over de azuurblauwe zee glijden. Ook hier draagt de hoofdstad de naam van het eiland. Zij wordt beheerst door de omwalling en de burchten gebouwd door de hospitaalridders van Sint-Jan. Maar Kos is natuurlijk wereldwijd bekend dank zij haar beroemdste inwoner Hippocrates, de geniale arts van de oudheid (460-370 v.Chr.), die beschouwd wordt als de grondlegger van de moderne geneeskunde. We bezochten zijn werkplaats: het Asklepion, een rust- en genezingscentnim en tegelijk opleidingsinstituut voor artsen. Het oord is mooi opgegraven en voldoende heropgebouwd om een idee te geven van de massale toeloop van zieken die er genezing zochten.

Ook Kos heeft een rijke, gevarieerde natuur met mooie wouden en stranden. En overal – net als op Rhodos – de weelde van oude, zeer goed verzorgde miniatuurkerkjes, vaak verbonden met een moni, een kloostertje van kluizenaars. Ook hier heten de populaire heiligen: Moeder Gods (Theotokos), Hagios Theologos (Johannes de theoloog) en Elia.

In het jaar 58 zette Paulus voet aan wal op het eiland Kos. Hij overnachtte hier en wilde zo vlug mogelijk verder naar Rhodos. Zo staat het in Handelingen. Maar wat zegt men op het eiland Kos? Paulus is hier van boord gegaan en heeft een lange preek gehouden op de Agora (markt) van Kos. Een gegeven dat men geplukt heeft in Handelingen 17, Paulus op de Agora van Athene. En waar stond Paulus toen hij preekte op Kas? Precies: op de belangrijkste plaats, onder de plataan van Hippocrates, een eeuwenoude, heilige boom waarvan beweerd wordt dat de grote Hippocrates hem heeft geplant.

Patmos

Het eilandje Patmos, het ‘Jeruzalem van de Egeïsche zee’, is het meest noordelijke van de Dodekanesos. Het ligt op de hoogte van Milete-Didyma waarvan het door een zeestraat van ongeveer 100 km gescheiden wordt. Het is ook het kleinste van de eilandengroep (39 km2) en telt nauwelijks 3.500 inwoners, althans buiten het toeristisch seizoen. Wij bereikten het eiland met een ferryboot van de Blue Star Ferries, een van die zeekastelen, snelvarend en goed voorzien van alle geneugten des levens. Afgevaren in Rhodos om 18.30 uur meerden wij op Patmos aan te middernacht. Het nachtelijke uur verhinderde niet dat op de kade een ‘ontzaglijke menigte die niemand tellen kon’ op het schip stond te wachten om verder te varen naar Athene. Wij zochten ons hotel op om ’s morgens te ontwaken met een blik op bet hooggelegen, sombere Johannes-klooster, het doel van onze reis.

Dat het kleine, rotsachtige en onvruchtbare eiland Patmos zulke bekendheid heeft, dankt het aan zijn vermelding in de Openbaring van Johannes. In de inleiding schrijft de auteur: ‘Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking, en in het koninkrijk en de verwachting van Jezus, bevond mij op het eiland Patmos om de van Gods woord en het getuigenis van Jezus. Ik raakte in geestesvervoering…’ (Apokalyps 1,9-10). Men leidt er uit af dat de schrijver, die men identificeert met de apostel Johannes, zich in ballingschap op het eiland bevond. Bijbelgeleerden plaatsen terecht enkele vraagtekens bij de identificering van deze Johannes met de apostel, en eveneens bij die ballingschap want dat zegt de tekst niet. Maar desondanks is de traditionele opvatting onverwoestbaar en de toeloop van de pelgrimerende toeristen groot.

De faam van Johannes ligt aan de basis van twee imposante kloosters die meer dan wat ook de toeristen aantrekken. Beneden het pittoreske stadje Chora, met meer dan veertig kloosters en kapellen, ligt het klooster van de heilige Anna, de moeder van Maria. Onder die kerk wijst men de grot aan waar Johannes zijn visioenen schouwde en dicteerde aan zijn leerling Prochoros. Tussen een wand van iconen en lampen wijst de plaatselijke gids de steen aan waarop Johannes gezeten was, en de uitholling in de harde rotswand waar zijn hoofd heeft gerust, en zelfs de gleuf in de rots waaraan hij zich omhoog trok om op te staan. Dat westerse wenkbrauwen zich bij zoveel precisie beginnen te fronsen, belet niet dat het een aangrijpende ruimte is die tot bidden noodt. Veel hoger op datzelfde gebergte, helemaal op de top, ligt het Johannesklooster (Moni tou hagiou Ioannou tau theologou). Het werd gebouwd in 1088 met torens en omwallingen. Er wonen orthodoxe monniken die er een seminarie hebben. Wegens de beroemde naam van Johannes, de rijk versierde kerk met mooie iconen en het indrukwekkende museum met een schat aan zeer oude perkamenten en ornamenten, is dit klooster een van de machtigste en meest invloedrijke van de orthodoxe wereld. De vermoeide pelgrim moet er in het zweet zijns aanschijns een stevige klim onder de brandende zon voor over hebben, maar het loont de moeite. En nog waren niet alle deelnemers de uitputting nabij. In de late namiddag hadden zij de moed de beklimming aan te vatten van de Castelli, de ruïnes van de vroegere Acropolis, hoog gelegen boven de hoofdstad Skala. Van op die hoogte heeft men een onvergetelijk uitzicht over het hele eiland en de omliggende Egeïsche zee.

Wanneer men tussen al dat moois de bijbelteksten leest die ermee verbonden zijn, krijgen ze een nieuwe, onvermoede betekenis. Ze beginnen te leven en te spreken. En daar was het ons om te doen.

ezra19Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.