Een bijbel in voor kinderen verstaanbare taal

Door Marc Vervenne in VBS-Informatie 21 (1990) 29-35

In V.B.S.-Informatie van 1989 schreef ik dat er in de laatste jaren een geweldige toename te constateren valt van het aantal kinderbijbels, gaande van elementaire werkboekjes voor kleuters tot zorgvuldig samengestelde bijbels voor de jeugd1. Waar er eind 1984 meer dan honderd verschillende kinderbijbels op de Nederlandstalige boekenmarkt beschikbaar waren, is dit getal thans aangegroeid tot ongeveer honderdvijftig! De in het najaar van 1989 verschenen Startbijbel is in die lange rij gaan staan2. Een frisse aanplanting in het kleurrijke ‘kinderbijbelwoud’. De Startbijbel is echter geen kinderbijbel in de gewone zin van het woord. In de onderhavige bijdrage wil ik deze nieuwe uitgave kort voorstellen en er enkele kanttekeningen bij maken3.

EEN BIJBEL IN EENVOUDIG NEDERLANDS

De Startbijbel, een keuze uit het Oude en het Nieuwe Testament heeft een lange voorgeschiedenis. Aan dit project ligt de ervaring ten grondslag dat de bestaande officiêle kerkelijke vertalingen (Statenvertaling, NBG vertaling van 1951, Willibrordvertaling) van de bijbel voor veel mensen op vandaag moeilijk leesbaar zijn en daardoor vaak niet begrepen worden. De in 1983 door het Nederlands Bijbelgenootschap en de Katholieke Bijbelstichting uitgegeven Groot Nieuws Bijbel heeft dit euvel enigszins verholpen. Maar al is deze vertaling voor de gemiddelde lezer in Vlaanderen en Nederland goed leesbaar, toch constateert men dat de Groot Nieuws Bijbel niet toegankelijk is voor volwassenen die om de een of andere reden moeite hebben met lezen, en vooral niet voor kinderen.

In 1976 werd er in de schoot van het Nederlands Bijbelgenootschap een vertaalgroep ingesteld die als opdracht kreeg het eerste boek Samuel uit de Hebreeuwse grondtekst te vertalen in een eenvoudig Nederlands. De proeve van vertaling van 1 Samuel 1-15 werd zo goed ontvangen, dat men besloot een reeks ‘Bijbeluitgaven in eenvoudig Nederlands’ te beginnen, die zowel oud als nieuwtestamentische boeken zou omvatten. Na verloop van tijd kreeg men het idee een bloemlezing van bijbelteksten in eenvoudig Nederlands samen te stellen. In overleg met exegeten en onderwijsdeskundigen werden er daartoe heel wat teksten geselecteerd én herzien uit de serie ‘Bijbeluitgaven in eenvoudig Nederlands’, alsook nieuwe passages gekozen en vertaald. Met het oog op het geven van een goed en representatief beeld van de Bijbel werd niet enkel verhalende stof gekozen (Edenverhaal; Kaïnverhaal; enz.), maar ook werden er stukken uit de boeken van de Profeten, Psalmen en Spreuken, en uit de nieuwtestamentische brieven en de Openbaring van Johannes opgenomen. Het resultaat van deze onderneming wordt thans aangeboden in de Startbijbel.

EEN BIJBEL VOOR JONGE MENSEN

Uit het voorgaande mag blijken dat de Startbijbel geen volledige uitgave van de Bijbel is, maar een gerichte keuze uit het Oude en het Nieuwe Testament. Deze bloemlezing is evenwel geen ‘kinderbijbel’ waarin bijbelteksten interpreterend naverteld worden. De uitgevers hebben er in de eerste plaats naar gestreefd een goede, betrouwbare en leesbare vertaling van de bijbel aan te bieden, waarbij zij ervan uit zijn gegaan dat kinderen het ‘grote-mensen-boek’ mogen, en misschien wel moeten, beginnen te lezen vanaf een bepaalde leeftijd. De groep die beoogd wordt zijn jongeren van negen tot dertien jaar, met het doel hen zelf de bijbel te leren lezen. De selectie van teksten uit Oude en Nieuwe Testament is zodanig, dat de jonge lezer een goede indruk kan krijgen van de rijkdom die de bijbelse geschriften te bieden hebben. Uit het Oude Testament heeft men in hoofdzaak min of meer op zich staande fragmenten (b.v. het verhaal van de toren van Babel in Gn 11,1-9; de beschrijving van het pascha in Ex 12,1-28; de lijst van feestdagen in Lv 23; het herstellen van de tempel in Ezra 6,1-12) en enkele grotere composities (b.v. de Jozefnovelle in Gn 39-50, Ruth) gekozen uit de Pentateuch en de zogenaamde ‘Historische boeken’. Verder vindt men er stukjes uit Job, Psalmen, Spreuken en vooral uit de boeken van de Profeten. Voor het Nieuwe Testament is er voornamelijk geput uit het Lucaanse dubbelwerk (evangelie van Lucas en Handelingen). Uit de evangelies van Matteüs, Marcus en Johannes worden daarentegen slechts enkele fragmenten aangeboden. De voor jonge mensen moeilijk toegankelijke Paulijnse literatuur komt met enkele stukjes uit 1 Korintiers en Filemon heel even aan de orde; verder treft men fragmenten aan uit de Jakobusbrief alsook uit het boek der Openbaring.

De selectie die de uitgevers gemaakt hebben is ongetwijfeld aanvechtbaar. De kritiek dient er evenwel rekening mee te houden dat zij gestreefd hebben naar een evenwichtige weergave van de verschillende bijbelse genres en dat er in de keuze van teksten een zekere theologisch-kritische lijn zit, die loopt van ‘schepping’ naar ‘openbaring’. Daarnaast zal het pedagogisch gezichtspunt dat jongeren de aangeboden bijbelpassages graag en geboeid moeten kunnen lezen ook hebben meegespeeld. Tot slot zij gezegd dat elke keuze beperkingen meebrengt4.

DE STARTBIJBEL ALS VERTALING

De vertaling van de bijbelteksten in de Startbijbel behoort tot de zogenaamde ‘functioneel-equivalente’ vertalingen. Dit houdt in dat men niet woordelijk vertaald heeft maar dat de (vermoedelijke) bedoeling van de oorspronkelijke schrijver en de (vermoedelijke) functie van de oorspronkelijke tekst zo juist mogelijk in het Nederlands wordt overgezet. Niet alleen de oude talen (Hebreeuws, Aramees en Grieks) worden ernstig genomen maar ook het Nederlands. Immers alle mogelijkheden van onze taal kunnen en moeten gebruikt worden om de betekenis van de bijbelteksten goed weer te geven. Deze vertaalmethode werd al in zekere mate toegepast bij de Willibrordvertaling en vooral bij de Groot Nieuws Bijbel. Veel meer nog dan in de Willibrordvertaling worden echter ook de lezers van de vertaling serieus genomen. En in tegenstelling tot de Groot Nieuws Bijbel bestaat de doelgroep niet uit randkerkelijken maar, zoals gezegd, uit gelovigen met een laag taalniveau. Daarom werden in de Startbijbel al te lange zinnen vermeden en worden korte zinnen geregeld met enkele langere afgewisseld. Daarnaast is er gelet op de lengte van de woorden, evenals op de werkwoordelijke constructies en de woordorde in de zinnen.

Het zal een aandachtige lezer ongetwijfeld opvallen, dat de Startbijbel niet alleen ontworpen is door exegeten en bijbelfilologen, maar ook door pedagogen en neerlandici, die de leesbaarheid en het niveau van de taal zorgvuldig hebben getoetst. Net als bij het selecteren van de bijbelse passages moet men bij het maken van een leesbare en begrijpelijke vertaling toegevingen doen. Bepaalde mededelingen worden in de Startbijbel soms helderder weergegegeven, of impliciete informatie geëxpliciteerd (b.v. de stad Betel, de rivier de Jordaan). Nergens echter getuigen deze ingrepen van eigenzinnigheden en evenmin weerspiegelen ze ideologische of dogmatische interpretaties van de vertaalgroepen.

EEN EVALUATIE

In de aan het begin van deze bijdrage genoemde mededeling omtrent enkele recente kinderbijbels heb ik een onderscheid gemaakt tussen ‘parels’ en ‘pulp’5· Op grond van wat is gezegd mag duidelijk zijn dat de Startbijbel gerekend kan worden tot de ‘parels’. Het is een zeer verzorgde, wel doordachte en doelgerichte uitgave, de vrucht van jarenlang intensief samenwerken tussen exegeten, taalkundigen en pedagogen. De vertaling is verzorgd en sober6. De structuur van de verhalen is bewaard (b.v. Gn 1-3) en niet door zware parafrases of herschikking verbroken. Er bestaan echter geen volmaakte vertalingen van de Bijbel en op elke kinderbijbel of Bijbel voor het jonge volk valt wel wat aan te merken. Ook de Startbijbel is geen zuivere ‘parel’. Er zijn scherpe hoeken die nog afgerond kunnen worden. Ik som thans enkele elementen van kritiek op.

1. De lezer mist een toelichting bij deze bloemlezing uit de bijbelse geschriften. Men valt met de deur in huis en aan het eind van het boek is alleen een kort oriënterend nawoord opgenomen, waarin wordt meegedeeld voor wie het werk bestemd is en door welke principes de vertalers zich hebben laten leiden. Een stevige inleiding in de trant van de apart verspreide Informatiefolder zou uitstekende diensten bewijzen en ouders, opvoeders, leerkrachten, catecheten en andere, kinderen daadwerkelijk helpen om het ‘starten’ met bijbelteksten planmatig op te bouwen van leeftijd tot leeftijd. De suggestie die J. Klink daarvoor deed is nog steeds ter zake:

” … volgens een omgekeerde piramide: met weinig beginnen, wel met het wezenlijke, vooral de beelden in de bijbel; tegen een jaar of negen beginnen met de meer historische elementen, de bijbel als geschiedenis; tegen een jaar of twaalf de nadruk gaan leggen op het literaire element: hoe deze geschriften zijn ontstaan, hoe verschillend ze zijn”7

2. De verklarende woordenlijst die eveneens achter in het boek is opgenomen voldoet niet. Ze lijkt me op menig punt tè historiserend te zijn (zie b.v. onder de trefwoorden: ‘cherubs’, ‘bijbelgeleerden’, ‘messias’, ‘serafijnen’).

3. Bij het selecteren van de teksten zijn er allerlei perikopen en passages geplukt uit Oud en Nieuw Testament, maar het zijn niet alle ‘parels’. Door zoveel mogelijk genres te willen voorstellen heeft men minder goede keuzes gemaakt. Relevante passages zoals Amos 5,21-27 ontbreken en de confrontatie met de problematiek van de ‘geweldige’ verhalen heeft men vermeden door passages waarin God als een geweldenaar optreedt niet op te nemen. Bovendien heeft men mijns inziens onvoldoende rekening gehouden met het feit dat een tekst in een context thuishoort. Zo is de context van het Vloedverhaal het hele complex Gn 5-9. En alleen Amos 2,1-6 opnemèn is zinloos zonder de samenhang in de hoofdstukken 1 én 2.

4. Wat de vertaling betreft constateer ik dat de sleutel om een verhaal of compositie te ontsluiten soms verloren is gegaan. In Gn 2, 7 heeft men de vreemde uitdrukking: “boetseren uit stof” vervangen door de frase “boetseren uit klei”. De door het beeld verwoorde handeling is dan wel correcter, maar ze functioneert niet meer in de bedoelde samenhang met Gn 3,19, waar gezegd is dat de mens een stoffelijk, d.i. sterfelijk wezen is.

5. De illustraties vind ik niet goed. Batseba (blz. 116) is niet aantrekkelijk en de tekening illustreert eerder de slechte smaak van David. De met puisten overdekte Job (blz. 164) is grappig en het kopje en staartje van de Satan (blz. 165) zijn poppekastachtig. In tegenstelling tot wat in de Informatiefolder staat te lezen zijn de illustraties doorgaans niet echt informatief of ondersteunend. En ik zie niet in wat in feite bedoeld is met de uitspraak: “dat er bij het illustreren rekening is gehouden met de nieuwste archeologische gegevens, om de gebruikers van de Startbijbel een zo goed en volledig mogelijk beeld te geven van hoe het eens was”. Illustraties in een bijbeluitgave moeten de feitelijkheid van een tekst niet visualiseren, maar veeleer een andere sleutel aanreiken om de kern van een verhaal te achterhalen.

ezra19Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.