Een profetisch verhaal over een antiprofeet: het boek Jona

Een profetisch verhaal over een antiprofeet: het boek Jona

Door Hans Debel in EZRA Bijbels tijdschrift 18: juni 2013

Geselecteerde fragmenten

Weinig Bijbelboeken prikkelen zozeer de verbeelding als Jona, een relatief kort boekje dat tot de twaalf ‘kleine’ profeten gerekend wordt en amper enkele bladzijden beslaat in onze hedendaagse bijbeluitgaven. Binnen het Twaalfprofetenboek neemt Jona evenwel een aparte plaats in, omdat het boek geen woorden op naam van de profeet bevat, maar een verhaal waarin de profeet Jona de hoofdrol speelt. Van oudsher geraakten lezers vooral gefascineerd door Jona’s verblijf in de buik van een grote vis: van middeleeuwse miniaturen bij de tekst van het boek, over Pinokkio’s verblijf in de buik van de walvis, tot Nico ter Lindens ‘De profeet in de vis’… alle zijn ze gebaseerd op die paar verzen uit het boek waarin verhaald wordt hoe de zeelieden Jona in zee wierpen, de Heer hem door een grote vis liet opslokken en de vis Jona pas na drie dagen en nachten weer uitspuwde. Toch heeft het boek ons veel meer te bieden dan deze sprookjesachtige beschrijving van Jona’s belevenissen. Het is één van de meest gekende, maar tegelijk ook één van de minst naar waarde geschatte boeken uit de profetische literatuur. Deze bijdrage schetst een beeld van de talrijke, vaak over het hoofd geziene details die het verhaal van Jona tot een satire maken – een satire die ook voor lezers vandaag nog steeds als spiegel kan fungeren.

[..]

Kenmerkend voor het genre van de satire is dat zij het menselijk gedrag met een grote zin voor ironie beschrijft. Wanneer Jona bijvoorbeeld in het eerste hoofdstuk belijdt dat hij de Heer vreest, ‘de God van de hemel, die de zee en het land gemaakt heeft’, hebben zijn woorden duidelijk een ironische bijklank: als Jona immers gelooft dat God heerst over de zee en het land, hoe kwam hij er dan toe te denken dat hij God zou kunnen ontvluchten over zee? Ook het contrast tussen Jona en de zeelieden is doordrenkt van de ironie: Jona, die van zichzelf zegt dat hij de Heer vrees, ligt zorgeloos te slapen in het ruim en weigert ook wanneer de zeelieden hem daartoe aanzetten de Heer te aanroepen, terwijl de heidense zeelui zelf zich aan het einde van dit hoofdstuk wél aan het gezag van de Heer onderwerpen.

ezra18De volledige versie van dit artikel kan u terugvinden in EZRA Bijbels tijdschrift 18: juni 2013, verkrijgbaar voor €5, inclusief verzending, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra18′.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.