In memoriam Jacques Dupont osb

Door Hendrik Hoet in VBS-Informatie December 1998

Op 10 september 1998, in alle vroegte, is pater Jacques Dupont OSB in zijn klooster Saint-André de Clerlande (Ottignies) op 83-jarige leeftijd gestorven, na een lang leven van toewijding aan Gods Woord. Hij was een bekwame en bezielde uitlegger van het Nieuwe Testament met wereldwijd gezag. Zijn leerling en medebroeder uit Zevenkerken, Benoît Standaert, beschrijft de bijbelse zoektocht naar God van deze grote meester in Au carrefour des Écritures: le Père Jacques. Moine exégète (Cahiers de Clerlande, 6, Ottignies: Publications de Saint-André, 1998). Jacques Dupont ontving zijn theologische en exegetische vorming aan de Leuvense faculteit van de Godgeleerdheid, waar hij in 1946 het doctoraat en in 1949 het magisterium behaalde met een proefschrift over de gnosis in de brieven van Paulus.

De bekendste werken van pater Dupont zijn drie forse delen over Les Béatitudes (Études bibliques, Paris: Gabalda, 1958-1973), vele studies over de Handelingen van de apostelen, gedeeltelijk gebundeld in Études sur les Actes des Apôtres en Nouvelles études sur les Acres des Apôtres (Lectio Divina, 45 en 118, Paris: Cerf, 1967 en 1984), en over de parabels: Pourquoi les paraboles? (Lire la Bible, 46, Paris: Cerf, 1977). En daarnaast talrijke wetenschappelijke artikels gewijd aan de evangeliën, waarvan een groot deel gebundeld werden in twee volumineuze banden: Études sur les évangiles synoptiques (Leuven: Peeters en University Press, 1985). Maar ook op pastoraal gebied was pater Dupont actief; hij liet een zeer breed publiek van niet-specialisten profiteren van zijn grote geleerdheid. In 1979 werkte hij mee aan de Vliebergh-Sencieleergang, afdeling bijbel en catechese, gewijd aan de parabels: “Actualiteit van de parabelmethode van Jezus” (Parabels meerstemmig, Antwerpen: Patmos, 1980, 151-175).

Pater Dupont was niet alleen een groot geleerde, hij was ook een eenvoudige monnik met een groot hart en een open geest. Als goede vriend van de Sint-Egidiusgemeenschap in Italië en Antwerpen leverde hij elk jaar zijn bijdrage op de jaarlijkse interreligieuze ontmoetingen van de vrede. Wegens ziekte kon hij op 1 september 1998 niet meer aanwezig zijn in Boekarest.

Bij wijze van postuum huldeblijk aan deze grote exegeet volgen hierna enkele uittreksels uit de homilie die ik – oud-leerling en vriend van pater Dupont – mocht houden voor de Sint-Egidius-gemeenschap in Antwerpen op zondag 13 september 1998. De evangelielezing was Lucas 15 (parabels van het verlorene).

Zusters en broeders,

Bij het horen van het evangelie van vandaag kan ik niet anders dan terugdenken aan pater Jacques Dupont, één van de grootste katholieke bijbelgeleerden van de twintigste eeuw, die met zijn wijze kennis van het Nieuwe Iestament velen geholpen heeft om het evangelie te verstaan. Ik heb zelf het grote geluk gehad de lessen van pater Jacques Dupont over de parabels van Lucas 15 te mogen volgen. Om zijn gedachtenis te eren wil ik vandaag drie punten aanhalen uit de uitleg die pater Jacques ons toen, in 1976, gegeven heeft.

Een eerste punt betroft de situatie waarin Jezus de drie parabels vertelt. Pater Dupont merkte op dat we hier met een omgekeerde wereld te doen hebben: de zondaars komen luisteren naar Jezus, terwijl de rechtvaardige Farizeeën ‘morren: Zijn het niet gewoonlijk de zondaars die ‘morren’ en in opstand komen tegen God, zoals het volk ‘mort’ in de woestijn? En gingen de Farizeeën en de schriftgeleerden er niet prat op dat zij wél luisterden naar Gods woord? Hier zijn het juist zij die Gods wet onderhouden, die ‘morren’ en protesteren, terwijl de zondaars ‘luisteren’! De drie parabels zijn Jezus’ antwoord op dit verwijt. Daarom zijn in de personages van de derde parabel de personen uit de inleiding terug te vinden: de jongste zoon vertegenwoordigt de tollenaars en zondaars die, door te luisteren naar Jezus, terug naar huis zijn gekomen. Jezus viert feest met hen. Jezus is de vader uit de parabel. De Farizeeën en schriftgeleerden morren tegen Jezus zoals de oudste zoon tegen de vader protesteert. De vader in de parabel staat voor het gedrag van Jezus. Pater Dupont wees erop dat wij te vlug in de vader uit de parabel God zien. De vader uit de parabel is op de eerste plaats Jezus. Maar, zo voegde Dupont eraan toe: in zijn vaderlijk gedrag, zowel tegenover de bekeerde jongste zoon als tegenover de morrende oudste, drukt Jezus uit hoe de hemelse Vader barmhartig is voor al zijn kinderen. Jezus’ gedrag valt samen met dat van de Vader in de hemel. Zo toont deze parabel ons Jezus zelf als de openbaring van God.

Een tweede punt waar pater Dupont de aandacht op vestigde, is de oproep tot delen in de vreugde. De herder roept zijn vrienden samen om te vieren dat hij zijn schaap hebt teruggevonden. De vrouw die haar geldstuk terugvindt, roept haar vriendinnen en buren samen om te delen in haar blijdschap. Dat is ook de uitnodiging van de vader aan de oudste zoon: deze weigerde binnen te komen omdat de vader een feest gaf voor zijn jongste zoon die zijn erfdeel had ‘verbrast met slechte vrouwen’. Heel de parabel is erop gericht de Farizeeën en schriftgeleerden ertoe te bewegen om met Jezus en de Vader in de hemel blij te zijn omdat de zondaars luisteren naar het evangelie dat Jezus brengt. Maar
daartoe moesten ook de Farizeeën zich bekeren. Luisteren we maar eens goed naar wat de oudste zoon zegt. Hij kan er niet bij dat zijn vader die kerel terug in huis neemt, zoals de Farizeeën het schandalig vinden dat Jezus zich met tollenaars en zondaars bezighoudt. Zij zijn niet bekommerd om hun broer maar alleen om zichzelf: Maar ze zien niet
in dat ze de bekommernis van de Vader moeten delen.

En ten slotte wees pater Dupont ons op de steeds nieuwe actualiteit die de parabel van de verloren zoon krijgt in nieuwe situaties. Want zoals Jezus zich moest ‘verdedigen’ tegen de Farizeeën, zo moesten later de leerlingen van Jezus zich verdedigen tegen de leerlingen van Farizeese strekking in de eigen christelijke gemeenten. Professor Dupont legde hoofdstuk 15 van het Lucasevangelie naast de hoofdstukken 11 en 15 van de Handelingen der apostelen. In de Handelingen ‘morren’ sommige christenen ‘uit de partij der Farizeeën’ tegen het feit dat Petrus bij Cornelius binnenging en later dat Barnabas en Paulus met onbesnedenen aan de tafel van de eucharistie aanzaten. Voor hen kon het niet dat heidenen christen werden zonder het hele ‘juk van de Wet’ op zich te nemen. Deze Farizeese christenen eisten van de anderen dat ze dezelfde godsdienstige praktijken onderhielden als zijzelf: Maar ze vroegen zich niet af wat Gods barmhartigheid betekende voor de niet-joden. Tegen die achtergrond begrijp ik waarom pater Jacques, zolang hij nog kon, aanwezig was op het gebed van de Vrede van onze gemeenschap. Hij heeft mij doen verstaan dat het heil van de wereld niet afhangt van onze religieuze riten en voorschriften, maar van de navolging van Gods bezorgdheid voor al wie verloren is.

ezra19Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.