Groot nieuws voor u

Door Frans Van Segbroeck in VBS-Informatie 4 (1973) 9-14

Eind 1972 werd te Utrecht een nieuwe Nederlandse vertaling van het Nieuwe Testament aan de pers voorgesteld: Groot nieuws voor U. Het Nieuwe Testament in de omgangstaal, uitgegeven door de Katholieke Bijbelstichting (Boxtel) en het Nederlandsch Bijbelgenootschap (Amsterdam), in België verspreid door het Belgisch Bijbelgenootschap (Brussel) en de uitgeverij Emmaüs (Brugge) in samenwerking met de Vlaamse Bijbelstichting. Nog afgezien van het feit dat de eerste druk op minder dan een maand volledig uitverkocht was, is de verschijning van een nieuwe bijbelvertaling voldoende belangrijk om er niet stilzwijgend aan voorbij te gaan.

De vertaling die we hier aan de lezers voorstellen, is van de hand van A.W.G. Jaakke, eertijds redactielid van Benedictijns Tijdschrift (Egmond-Binnen, Nederland), die in hetzelfde tijdschrift reeds een voorproef had gegeven van een vertaling van de brieven aan de Tessalonicenzen in hedendaags Nederlands (1964-1965). De vertaler werd bijgestaan door een Begeleidingscommisie bestaande uit K. Fens, G. Luttikhuizen, Prof. R. Schippers (Amsterdam) en Prof. J. Smit Sibinga (Amsterdam). Zijn werk dient zich aan als “Vertaling in de omgangstaal en treedt aldus toe tot de reeds lange reeks van vertalingen in “hedendaags Nederlands”, in “het Nederlands van onze tijd”, in de omgangstaal” of in “Straattaal”. Met deze opsomming is niets onheus bedoeld. We willen er alleen op wijzen dat Groot nieuws voor U reeds een traditie achter zich heeft waarvan ze de voorlopige afsluiting vormt.

Wat de uitgevers met deze “vertaling in de omgangstaal” nastreven wordt in de Verantwoording van Prof. J.T. Nelis (voorzitter KBS) en Prof. W.G. Van Unnik (voorzitter NBG) omschreven als een “dynamisch gelijkwaardigheid” van de Nederlandse tekst met het origineel: “Een dergelijke vertaling … wil bereiken dat de hoorder of lezer de boodschap van het nieuwe testament even duidelijk kan verstaan als degenen tot wie ze oorspronkelijk was gericht. De getrouwheid van deze vertaling aan de oorspronkelijke tekst bestaat dus hierin dat ze de inhoud en de bedoeling van het origineel zo tot uitdrukking probeert te brengen, dat de hoorders en de lezers van vandaag op dezelfde wijze kunnen reageren als de oorspronkelijke hoorders of lezers. Dynamische gelijkwaardigheid betekent niet dat het nieuwe testament omgezet wordt in de huidige denk- en kultuurpatronen”.

Nu is het natuurlijk zo dat elke goede vertaling er op gericht is om de inhoud en de bedoeling van het origineel zo tot uitdrukking te brengen, dat de … lezer van vandaag op dezelfde wijze kan reageren als de oorspronkelijke lezer”. De promotoren van “Groot nieuws voor U” gaan er van uit dat de bestaande Nederlandse vertalingen elk hun waarde hebben maar slechts een beperkte groep mensen bereiken, en dat deze beperking een gevolg is van het gebruikte taalniveau dat vreemd is voor de grote meerderheid. Daarom wil de nieuwe vertaling zich uitdrukkelijk situeren op een taalniveau dat overeenstemt met dat van de grote meerderheid der nederlandssprekenden. Reeds eerder verschenen uitgaven van gelijkaardige vertalingen in het Spaans (1966), het Engels (1966), het Duits (1968; herwerkte editie 1971), het Frans (1971) en het Fins (1972) hebben intussen bewezen dat deze edities een overweldigend succes kennen. En naar het zich laat aanzien, staat ook de Nederlandse vertaling een succes te wachten. De vlotte leesbaarheid, de handige pocketuitgave, de luchtige bladspiegel, de talrijke, goedgekozen titeltjes, de prettige illustraties en … de matige
prijs (150 fr.) kunnen dat succes voor een groot deel verklaren.

De vraag blijft intussen of “Groot nieuws voor U” inderdaad geslaagd is in het opzet dat de vertaler op het oog had : een vertaling te brengen die de inhoud en de bedoeling van het Nieuwe Testament op zulke wijze weergeeft dat de hedendaagse lezer op dezelfde wijze kan reageren als de oorspronkelijke. Op deze vraag is natuurlijk niet te antwoorden met een ongenuanceerd ja of neen. Enkele lukraak gekozen fragmenten kunnen de lezer enig idee geven van de aard en de toon van deze vertaling. In de tweede kolom wordt de corresponderende tekst van de Willibrordvertaling afgedrukt.

Mc. 1,9-18

Johannes doopt Jezus
(Matteüs 3: 13-17; Lucas 3 : 21-22)
Jezus door Johannes gedoopt
9 In die tijd kwam Jezus daar aan, uit Nazaret in Galilea, en hij liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. 10 Zodra hij uit het water op de oever was gekomen, zag hij de hemel opengaan en de Geest als een duif op hem neerdalen. 11 En er klonk een stem uit de
hemel : “Jij bent mijn enige Zoon, de man naar mijn hart.”
9 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. 10 En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water Opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op Zich neerdalen. 11 En er kwam een stem uit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb ik welbehagen.
Jezus in de woestijn
(Matteüs 4: 1-11; Lucas 4: 1-13)
Jezus in de woestijn
12 Meteen dreef de Geest hem vandaar weg, de woestijn in. 13 Daar bleef hij veertig dagen. Al die tijd stelde Satan hem op de proef; wilde dieren omringden hem, maar er kwamen engelen om hem te helpen. 12 Terstond dreef de Geest Hem naar de woestijn. 13 Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten.
De eerste leerlingen
(Matteüs 4: 12-22; Lucas 4: 14·15 ; 5: 1-11)
Eerste prediking in Galilea
14 Na de arrestatie van Johannes ging Jezus naar Galilea en verkondigde het nieuws van God. 15 “De tijd is rijp”, zei hij; “het koninkrijk van God is dichtbij. Begin een nieuw leven en geloof dit evangelie.” 14 Nadat Johannes was gevangen genomen ging Jesus naar Galilea en verkondigde er Gods Blijde Boodschap. 15 Hij zeide : De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.
  De roeping van de eerste leerlingen
16. Toen hij langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en zijn broer Andreas hun netten in het meer uitgooien. Het waren vissers. 17 “Ga met me mee,” zei Jezus tegen hen, dan zal ik jullie leren, hoe mensen te vangen.” 18 Meteen lieten ze hun netten liggen en gingen met hem mee. 16 Toen Hij eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij Simon en de broer van Simon, Andreas, terwijl zij bezig waren het net uit te werpen in het meer ; zij waren namelijk vissers. 17 Jesus sprak tot hen : Komt, volgt Mij ; Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt. 18 Terstond lieten zij hun netten in de steek en volgden Hem.

Lc. 5,12-16

Jezus geneest een melaatse
(Matteüs 8: 1-4; Marcus 1: 40-45)
Genezing van een melaatse
12 Op een keer was hij in een stad. Daar was een man die van onder tot boven melaats was. Toen hij Jezus zag, viel hij voor hem neer en smeekte : “Heer, als u wilt kunt u mij genezen.” Jezus stak zijn hand uit en raakte hem aan. “Ik wil het; word rein,” zei hij. Meteen verdween zijn melaatsheid. 14 “Zeg het tegen niemand,” beval Jezus hem “maar ga u aan de priester laten zien en breng voor uw genezing een offer zoals Mozes het heeft voorgeschreven. Dan bent u officieel rein.” 15 Als een lopend vuurtje verspreidde zich het nieuws over Jezus, en massa’s mensen stroomden samen om naar hem te luisteren en om van hun kwalen genezen te geworden. 16 Maar hij trok zich telkens terug op onbewoonde plaatsen; daar bad hij. 12 Terwijl Hij eens in een van de steden vertoefde, trof Hij een man aan die overdekt was met melaatsheid. Toen deze Jesus zag, wierp hij zich ter aarde neer en smeekte Hem : Heer, als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen. 13 Hij stak de hand uit, raakte hem aan en sprak: Ik wil, word rein. En terstond week de melaatsheid van hem. 14 Jesus verbood hem het aan iemand te zeggen. Maar zo zei Hij, ga u laten zien aan de priester en offer voor uw reiniging wat Moses heeft voorgeschreven, opdat men een bewijs heeft. 15 In steeds wijder kring werd over Hem gesproken en grote volksmenigten stroomden samen om Hem te horen en van hun kwalen genezen te worden. 16 Hij trok Zich telkens terug in de eenzaamheid om te bidden.

Rom. 1,1-17

1. Van Paulus, een dienaar van Christus Jezus. Hij liet zijn speciale keus op mij vallen en riep mij als apostel om het grote nieuws van God bekend te maken. 2. Lang geleden heeft God dat grote nieuws door zijn profeten in het vooruitzicht gesteld; het staat opgetekend in de heilige Schrift 3 en het gaat over zijn Zoon, over Jezus Christus, onze Heer. Gewoon menselijk bekeken werd hij geboren als een afstammeling van David ; 4 onder belichting van de heilige Geest bleek hij de triomferende Zoon van God te zijn, doordat hij opstond uit de dood. 5 Door hem gaf God mij het voorrecht van het apostelschap met de opdracht om ter ere van Christus mensen uit alle volkeren te brengen tot geloof en gehoorzaamheid. 6 U hoort daar ook bij ; ook u bent geroepen om van Jezus Christus te zijn. Zo schrijf ik aan u allen in Rome die God liefheeft en die hij roept om hem toe te behoren. Ik wens u de goedgunstigheid en de vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus. 1 Paulus, dienstknecht van Christus Jesus, door roeping apostel, bestemd om het Evangelie van God te verkondigen, 2 dat Hij eertijds door zijn profeten in de heilige geschriften heeft toegezegd : 3 de boodschap aangaande zijn Zoon, die naar het vlees is ontsproten aan Davids geslacht, 4 die naar de Geest van heiligheid door Gods wondermacht werd aangewezen als Zoon van God blijkens zijn opstanding uit de doden, Jesus Christus, onze Heer, 5 door Hem heb ik de genade van het apostolaat ontvangen om ter ere van zijn naam de gehoorzaamheid van het geloof te brengen onder alle heidenvolken, 6 waartoe ook geroepenen van Jesus Christus, behoort 7 aan alle geliefden van God en door roeping geheiligden die te Rome aan Genade zij u en vrede van God onze Vader en de Heer Jesus Christus.

De aard van de nieuwe vertaling komt in deze fragmenten voldoende duidelijk tot uitdrukking : eenvoudige, direkte taal, met vermijding van woorden en uitdrukkingen die vreemd zijn aan de gewone omgangstaal (evangelie, apostel, bekering, zonde, zondaar, talenten, enz.), al dient hier onmiddellijk bij aangestipt dat de opperpriesters en de tollenaars – om maar iets te zeggen – wel bewaard werden en dat woorden als evangelie, apostel, zondaar niet overal werden vervangen. Het komt ons voor dat de auteur geslaagd is in zijn opzet om een vlotte, aansprekende en verstaanbare vertaling te brengen, en dit is wel een belangrijk pluspunt voor “Groot nieuws voor u”.

Toch is het resultaat bij nader toezien niet uitsluitend positief te noemen. Zoals reeds werd aangestipt, heeft de vertaler er blijkbaar niet op aangestuurd om hetzelfde Griekse woord zoveel mogelijk te vertalen door hetzelfde Nederlandse woord. We geven graag toe dat dit niet altijd mogelijk en niet altijd wenselijk is maar dit is geen reden om er helemaal geen aandacht aan te wijden. Zo wordt het Griekse woord euangelion dat zowat het trefwoord is van de beginperikoop van Mc. 1,1-15, in v. 1 vertaald door “evangelie” in v. 14 door “groot nieuws” en in v. 15 opnieuw door “evangelie”. Het eveneens corresponderende woord kèrusso wordt in Mc. 1,4 vertaald door “prediken”, in v. 7 door “bekend maken” en in v. 14 door “verkondigen”. In de korte perikoop Mc. 2,13-17 komt viermaal het woord “zondaars” voor als trefwoord. De onschuldige lezer van “Groot nieuws voor u” zal
onder de rijkgeschakeerde waaier van synonieme omschrijvingen nooit de taalarme monotonie van Marcus vermoeden : v. 15 : “andere lieden die het met de wet niet zo nauw namen”, v. 16 : “overtreders van de wet”, v. 16 : “andere slechte mensen”, v. 17 : “hen die van de rechte weg zijn afgedwaald”. De soms nogal omslachtige pogingen om toch maar het woord ,,zondaar» te vermijden, springen des te meer in het oog wanneer men vaststelt dat het driemaal voorkomende woord “tollenaar” (v. 15-16) driemaal als “tollenaar” is bewaard gebleven. Wat blijft er in dit geval nog over van Marcus’ refreinachtige uitdrukking: «tollenaars en zondaars» ? En waarom moesten de zondaars wel sneuvelen en de tollenaars niet ? Een gelijkaardig fenomeen vindt men ook in de bovenstaande perikoop van Lc. 5, 12-16, waar Lucas driemaal het woord “reinigen” gebruikt. In de vertaling wordt dat : v. 12 “genezen»”, v. 13 : “reinigen” ; v. 14 : “genezen”, terwijl in v. 14b het gewraakte woord “rein” wordt ingelast ter omschrijving van “tot getuigenis tegen hen.”

De vrijheden die de vertaler zich veroorlooft, betekenen niet dat de oorspronkelijke tekst wordt vervalst, maar ze hebben wel tot gevolg dat men niet meer de verbindingslijnen merkt die de oorspronkelijke auteur heeft aangebracht binnen de perikoop of tussen verschillende perikopen.

Een ander bezwaar dat tegen dit genre van vertalingen kan ingebracht worden is dat de diversificatie binnen het Nieuwe Testament, wat betreft taal en stijl, praktisch geheel verloren gaat. Niet alleen merkt men in “Groot nieuws voor u” niet zoveel verschil tussen de stijl en de taal van bv. Marcus en Lucas, maar men vindt er ook niets in terug van het variërende taalgebruik dat sommige auteurs van het Nieuwe Testament opzettelijk aanwenden. Lucas bv. volgt in zijn evangelie vaak intentioneel de stijl en het woordgebruik na van de Septuaginta om aldus aan zijn evangelie de coloratie te geven van Heilige Schrift. Daarom schrijft hij welbewust een archaïsche bijbeltaal, die als zodanig ook door de lezers van zijn tijd begrepen werd. Wanneer men dan in een vertaling de herinnering aan de semitische achtergrond of het bijbels karakter wil wegwerken, in hoever kan zulke vertaling dan nog pretenderen dat ze bedoelt te bereiken dat “de lezers van vandaag op dezelfde wijze reageren als de oorspronkelijke lezers”?

Tenslotte toont de nieuwe vertaling dat de bijbeltekst, ondanks de nagestreefde verstaanbaarheid, zijn geheim niet onmiddellijk prijsgeeft – ook niet in de omgangstaal. Dynamische gelijkwaardigheid is daartoeniet voldoende. Men kan het dan ook slechts betreuren dat deze uitgave, afgezien van een Woordenlijst en een Register, geen aangepaste inleidingen en verklarende voetnoten bevat bij de moeilijke teksten. Zulke tekstverklaringen, hoe beknopt ook, zijn voor de moderne lezer van meer nut dan bv. het feit dat “evangelie” soms “groot nieuws” wordt gespeld.

Maar wellicht zijn deze bedenkingen teveel die van de exegeet die een accurate weergave eist en te weinig die van de “lezer van vandaag” die een verstaanbare en vlotte vertaling prefereert. De twee sluiten elkaar niet uit, maar komen toch niet altijd tot een harmonisch huwelijk.

In afwachting dat binnen niet al te lange tijd de nieuwe oecumenische vertaling van de evangeliën verschijnt, waar teams van katholieke en protestantse exegeten en neerlandici uit Nederland en Vlaanderen sinds enkele jaren aan werken, kan “Groot nieuws voor u” goede diensten bewijzen en zal het door zijn frisse en directe stijl velen ertoe bewegen het Nieuwe Testament opnieuw (of voor het eerst ter hand. te nemen. En dit was toch de bedoeling van de uitgevers met de nieuwe vertaling.

N.B. Bij het ter perse gaan van dit nummer is de tweede druk “Groot nieuws voor U” (30e-100e duizendtal) juist verschenen.

ezra19Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.