De ‘bijbelcode’ eindelijk ontcijferd?
Door Hans Ausloos in VBS-Informatie December 1998
Wellicht hebben boeken over de bijbel nog nooit zo goed gescoord op de boekenmarkt als de laatste jaren. Opvallend daarbij is dat het steeds weer journalisten zijn die lijken te slagen waar wetenschappers blijkbaar falen. Men denke bijvoorbeeld aan het succesboek De Dode-Zeerollen en de verzwegen waarheid van het journalistenduo M. Baigent en R. Leigh1. Vorig jaar verscheen er weer zo’n bestseller: The Bible Code, geschreven door de Amerikaanse journalist Michael Drosnin2. Nog hetzelfde jaar lag de Nederlandse vertaling ervan in de boekhandel: De bijbelcode3, een boek dat volgens de colofon ressorteert onder de trefwoorden “bijbelse onderwerpen en taalwetenschap”.
Drosnin stelt zichzelf als volgt voor: “Ik ben geen rabbijn, priester of bijbelkenner. Ik heb geen geloof, en maar één toetsingsmogelijkheid: de waarheid”4. Deze ‘waarheid’ luidt aldus: in de bijbel bleef drieduizend jaar lang een code verborgen. Die geheime code kan pas nu met de hulp van de computer – en vanzelfsprekend dankzij Drosnins “baanbrekend” werk – worden gekraakt5: “De bijbel is meer dan een boek, het is tevens een computerprogramma. Oorspronkelijk werd hij in steen gehouwen en met de hand op perkamentrollen geschreven. Uiteindelijk verscheen hij, in afwachting van de computer, in boekvorm. Nu zijn we in staat hem te lezen zoals altijd al de bedoeling was”6.
Drosnins werkwijze is tegelijkertijd eenvoudig en belachelijk simplistisch. De gehele bijbeltekst wordt als een aaneenschakeling van letters aangezien. Immers, “de legendarische originele vorm waarin God aan Mozes de bijbel dicteerde” was er een “zonder onderbrekingen, zonder woordspaties”7. Aldus wordt de bijbel – of betreft het hier plots de Pentateuch?8 – herleid tot “één 304.805 tekens lange regel”9. Op deze reeks letters – van een tekst met een betekenis kan immers niet langer sprake zijn – laat Drosnin de computer los. Die moet dan uit die serie tekens met zo weinig mogelijk tussenliggende letters door Drosnin vooropgestelde woorden of namen combineren. Het Hebreeuwse taaleigen speelt daarbij geen enkele rol. Immers, de combinaties kunnen zowel van rechts naar links als van links naar rechts, van boven naar onder of van onder naar boven en zelfs diagonaal worden samengesteld. Het hele systeem kan het beste worden vergeleken met het soort kruiswoordpuzzels waarbij temidden van een hele reeks letters woorden moeten worden samengesteld.
Aangezien deze beschrijving nogal abstract is, zal ik aan de hand van een voorbeeld Drosnins werkwijze trachten te illustreren. Teneinde de moord op premier Rabin van Israël in 1995 reeds in het Oude Testament “voorspeld” te zien, laat Drosnin – althans naar eigen zeggen – op basis van de zojuist geschetste methode de computer de naam “Yitzhak Rabin” reconstrueren. Deze wordt slechts één enkele keer gevonden. Wanneer men met name de 304.805 tekens van het Oude Testament opsplitst in 63 regels van 4.772 tekens en een laatste regel van 4.169 letters, dan leest men op een bepaalde plaats van boven naar onder de naam ‘Yitzhak Rabin”. Dit wil zeggen dat er tussen elke letter van deze naam 4.772 andere tekens staan. Met andere woorden, de bijbel wordt beschouwd als een grote schuifpuzzel, waarin men, met behulp van de duizenden letters die erin voorkomen, naar hartelust combinaties kan maken. Niet zonder toeval wordt de naam van de in 1995 vermoorde premier van Israël gekruist door de formule “moordenaar die zal moorden”, een uitdrukking waarvan God het blijkbaar niet nodig vond ze te coderen (Deuteronomium 4,42), anders dan Rabins naam waarvoor de benodigde letters verspreid staan over 23 hoofdstukken van het boek Deuteronomium (Dt 2,33-24,16).
Het onderstaande patroon is genomen uit de zojuist vermelde 64 regels. Daarbij vormen de omkaderde leners in de verticale kolom de naam Yitzhak Rabin. In de horizontaal omkaderde letters leest men “moordenaar die zal moorden”. De bijbelverzen waaruit de letters zijn genomen heb ik na enig zoekwerk kunnen terugvinden. Deze zijn in de rechterkolom weergegeven.
tabel
De ‘bijbelcode’ is echter nog veel straffer. Niet alleen de moord op Rabin staat in de bijbel aangekondigd. Ook de naam van de moordenaar vindt Drosnin terug. Daarvoor doet hij een beroep op Numeri 35,ll. In dit vers vindt de auteur immers van achteren naar voren – maar daarvoor is het nu juist ook een code! – de naam van Rabins moordenaar Amir.
Het is echter niet uitsluitend de moord op Rabin die in het Oude Testament reeds van oudsher gecodeerd is weergegeven. Ook – om maar enkele voorbeelden te noemen – het uitsterven van de dinosaurus, de Golfoorlog, de moord op Kennedy en de vernietiging van de aarde in 2012 (die echter zal worden voorkomen, tenminste wanneer de aarde de eveneens in de ‘bijbelcode’ voorspelde allesvernietigende kernaanval van het jaar 2000 of 2006 zal hebben overleefd!) zijn door de bijbelse schrijver gecodeerd in de bijbel ingewerkt. Er is maar één moeilijkheid met de ‘bijbelcode’: ‘zonder te weten waar je naar zoekt, zul je niets vinden”10.
Drosnins boek staat niet alleen bol van Hebreeuwse letters, het puilt bovendien uit van fundamentalistische slogans en wetenschappelijk onaanvaardbare miskleunen. Zo sprak – om er maar één te noemen – “om precies te zijn 3200 jaar terug (…) God op de berg Sinai met Mozes”11. Nochtans doet Drosnin zijn uiterste best om de goedgelovige lezer met wetenschappelijke bewijzen en uitspraken van zogenaamde hooggeleerde personaliteiten om de oren te slaan. Volgens de achterflap van het boek interviewde Drosnin zelfs “iedere expert in binnen- en buitenland.”12
Boven werd Drosnins theorie reeds ais simplistisch en ridicuul gekarakteriseerd. Dat blijkt eens te meer uit het feit dat de sinds eeuwen zorgvuldig ontwikkelde hypothesen met betrekking tot de uitermate complexe ontstaansgeschiedenis van het Oude Testament geheel en al als “irrelevant” worden afgedaan13. Er is nochtans geen enkele wetenschapper die zichzelf ernstig neemt – en ook door anderen ernstig wordt genomen – die zou durven beweren dat het gehele Oude Testament door één auteur zou zijn geschreven. Dit lijkt nochtans een conditio sine qua non te zijn voor Drosnins “bijbel-code”. Meer nog, hoewel het feit dat hij zelf ongelovig is meer dan eens benadrukt wordt – maar dit is wellicht een andere truuk om de objectiviteit van zijn theorie te staven -, lijkt Drosnin erop aan te sturen dat God in hoogsteigen persoon de bijbel heeft geschreven. Immers, geen mens had de bijbel op dusdanige wijze kunnen coderen: “We beschikken voor het eerst over het wetenschappelijke bewijs, dat er een bovenmenselijke intelligentie bestaat”14, “of op zijn minst heeft bestaan in de tijd dat de bijbel werd opgetekend”15. Hoe we ons het concrete ontstaan van de Schrift dan moeten voorstellen, valt blijkbaar buiten de interessesfeer van de auteur. Of aanvaardt hij dan toch dat God de bijbel aan Mozes heeft gedicteerd?
Dat Clinton president van de Verenigde Staten zou worden, zal Drosnin in gecodeerde vorm wel ergens in de bijbel kunnen terugvinden. En het zou zeker en vast niet verbazen dat men daar ergens in de buurt ook Monika Lewinsky’s naam tegenkomt. Uitgevers kunnen in ieder geval alleen maar hopen dat er nog veel vindingrijke journalisten à la Drosnin rondlopen … Hun verkoopcijfers zijn gegarandeerd. De koper die hoopt door deze lectuur te kunnen doordringen tot kwesties als de oorsprong en de betekenis van de bijbelse geschriften komt in ieder geval bedrogen uit.
Noten
1. Vaor een kritische bespreking van dit boek kan worden verwezen naar F. VAN SEGBROECK, Het Nieuw Testament in Qumran?, in VBS-Informatie 23 (1992) 27-33.
2. New York: Sirnon & Schuster, 1997.
3. Naarden: Strengholt; in België wordt het boek verdeeld door Standaard Uitgeverij.
4. Ibid., p. 12.
5. Het ‘onderzoek’ van Drosnin presenteert zich als uitdieping van een artikel van D. WIZTUM – E. RIPS – Y. ROSENBERG, Equidistant Letter Sequences in the Book of Genesiss, in Statistical Science 9 (1984) 429-438. Dit artikel, dat als appendix in Drosnins boek is opgenomen, naar vol mathematische formules en is voor de
doorsnee lezer geheel onbegrijpelijk.
6. DROSNIN, Bijbelcode, p. 25.
7. Ibid., p. 187.
8. Ibid., p. 25: “Om de code te vinden, lier Rips alle woordspaties vervallen en veranderde de gehele oorspronkelijke Bijbel in één, 304805 tekens lange regel. Zo bracht hij, volgens de grote geleerden, de Thora rot haar oorspronkelijke vorm terug.” (cursivering H.A.); “( …) de 304805 tekens, die de vijf hoeken van de Bijbel beslaan” (Ibid., p. 122).
9. Ibid., p. 25.
10. Ibid.. p. 28.
11. Ibid.; p. 18.
12. Nog enkele markante uitspraken: “De Bijbelcode suggereert, dat achter elk ‘wonder’ in het Oude Testament een geavanceerde technologie aan het werk was” (p. 92). In de heuvels rond de Dode Zee vond een “herdersjongen van de bedoeïen (sic!) (…) het oudste ons bekende exemplaar van de Bijbel” (p. 117). “Alle nog bestaande Bijbels in het oorspronkelijke Hebreeuws zijn teken voor teken hetzelfde.” (p. 188).
13. Ibid., p. 37.
14. Ibid., pp. 49-50.
15. Ibid., pp. 92-93
Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.