De ontmaskering van Haman
Door Kristin De Troyer in VBS-Informatie 18 (1987) 89-93
Op 19 en 20 augustus 2014 organiseert de VBS de Didachè-studiedagen.
Deze editie handelt over de Historische Boeken in het Oude Testament.
>> Bekijk hier het volledige programma
Eén scène uit het boek Ester
in de verschillende tekstvormen
In de Willibrord-vertaling van de bijbel valt bij het boek Ester op dat men twee lettertypes gebruikt: de gewone drukletter en de cursiefletter. Met de eerste wordt de vertaling van de Hebreeuwse tekst afgedrukt. In cursief staat de vertaling van enkele delen uit de (Griekse) Septuagint-versie. Het opnemen van deze delen gebeurde niet zonder reden. Het Griekse verhaal is langer dan het Hebreeuwse. Naast kleine toevoegingen ten opzichte van het Hebreeuwse verhaal bevat ze een zestal grote delen, die het verhaal wijzigen. Net deze zes delen worden cursief afgedrukt.
Hypothesen rond de verschillende tekstvormen
De zes supplementaire delen van de Septuagint van Ester vormen het hoofdprobleem van het boek. In zijn Latijnse vertaling (de Vulgaat) plaatste Hiëronymus deze delen samen achterin het boek Ester. Sindsdien noemt men ze ook ‘appendices’. Luther schrapte ze uit zijn bijbel, de protestanten cataloge(e)r(d)en ze als apocrief, en de katholieken aanvaarden ze, zeker sinds het Trente, als canonisch. De laatsten gebruikten steevast de Griekse-Latijnse tekst als basis voor hun vertalingen, terwijl de reformatoren de Hebreeuwse tekst overnamen en de appendices bij het boek Ester als aanvullingen op het verhaal uit Alexandrië beschouwden. De katholieke exegeten, die van de langere tekst van het boek Ester vertrokken, zagen zich geplaatst voor de vraag waarom die langere versie niet meer in het Hebreeuws bestond en waarom in de Hebreeuwse canon de korte tekst opgenomen werd.
De vraag werd en wordt nog pregnanter als men weet dat de Griekse appendices expliciet religieus van toon zijn, en het Hebreeuwse verhaal niet. Waarom gaven de (Palestijnse) joden in hun canon de voorkeur aan de niet-expliciet-religieuze tekst?
Het antwoord van de Talmud is duidelijk: de langere versie van het boek Ester bevatte niet alleen religieuze elementen, maar ook enkele (te) populaire trekken. Bij het vieren van het Purimfeest, waarvan in het boek sprake is, raakten de deelnemers zo dronken dat ze het onderscheid niet meer wisten tussen het zegenen van Mordekai (de held) en het vervloeken van Haman (de vijand). Een dergelijke suggestieve tekst opnemen kon niet en daarom werd een korte versie van het boek gemaakt: de huidige Hebreeuwse tekst. Uit deze verklaring zou men kunnen besluiten tot het bestaan van een langere Hebreeuwse versie van het verhaal. De Alexandrijnse Septuagintvertaling vormt dan de hoofdgetuige van een verloren gegaan Hebreeuws verhaal.
De zoektocht naar het origineel van het boek Ester kon beginnen. Een pionier op dit terrein was I.B. de Rossi (18de E.) Hij vond in Italië drie Hebreeuwse manuscripten met daarin twee van de zgn. appendices in het Aramees (= de taal die het Hebreeuws als spreektaal verdrong). Het leek een stap in de goede richting. Maar, J.B. Eichhorn (18de E.) onderzocht de appendices en besloot dat ze jonger waren dan de rest van het boek. In het voetspoor van deze laatste werden de Arameese delen uit de drie manuscripten van de Rossi kritisch onderzocht en L. Bertholdt (19de E.) concludeerde dat ze een Arameese vertaling van een Grieks origineel waren. Een stap terug? Een hevige discussie ontspon zich in de 19de eeuw tussen de aanhangers van de Rossie en die van Eichhorn. De appendices vormden het hete hangijzer en zeer vlug onderscheidde men appendices van Hebreeuwse en van Griekse origine.
Een tweede Griekse tekst
De problemen van de exegeten werden er niet kleiner op, toen in het midden van de negentiende eeuw een tweede Griekse vertaling van het boek Ester opnieuw in de belangstelling kwam. Die tekst verschilde niet alleen van de Hebreeuwse, maar ook van de Septuagint-tekst van Ester! Volgens P. de Lagarde en F. Field (19de E.) was de tweede Griekse vertaling de Luciaanse herziening van de Septuaginttekst. Ook dit werd vlug betwijfeld. B. Motzo (begin 20st E.) beschouwde de tweede Griekse tekst gewoon als een andere, even oude vertaling van een Hebreeuws tekst en dus niet als een herziening van de Septuagint-tekst.
Na 1940 wordt de discussie over de verschillende tekstvormen van het boek Ester complex. Enerzijds blijven de appendices, als het grote verschil tussen de Hebreeuwse tekst en de Septuagint, de aandacht opeisen. Anderzijds moet elke oplossing voor het appendices-probleem rekening houden met de tweede tekst. Een viertal oplossingen komen naar voren. De eerste twee achten de tweede Griekse vertaling zeer belangrijk. C. Torrey en vele anderen zien de tweede Griekse tekst als de weerspiegeling van de oudste (Arameese) tekst van het boek Ester. Deze oudste versie verschilt van de Hebreeuwse tekst, zoals we die nu kennen. E. Tov neemt een meer genuanceerde positie in en erkent enkel in de tweede Griekse tekst correcties naar een Hebreeuws origineel, dat verschilt van het huidige Hebreeuwse verhaal. In de andere twee oplossingen wordt de huidige Hebreeuwse tekst als de oorspronkelijke beschouwd. De tweede Griekse vertaling is volgens de enen ouder dan de Septuagint, volgens de anderen jonger. Deze cluster van exegetische opvattingen heeft echter haar praktische, inhoudelijk weerslag.
Het scenario
Het boek opent met de beschrijving van een groot feest van koning Xerxes. Op de zevende dag van het feest verzoekt de koning zijn vrouw om voor hem te verschijnen. Zij weigert en wordt verstoten. Op de scène komt een plaats vrij. Ester, een gewone vrouw, zal na een soort schoonheidswedstrijd, deze plaats innemen. Het sprookje zou hier kunnen eindigen, doch het begint pas. De oom van Ester, Mordekai, wordt gehaat door Haman, één van de belangrijkste mannen van het rijk. Als Mordekai weigert voor Haman te buigen, gaan de poppen aan het dansen: de joden worden verdoemd. Mordekai vraagt aan Ester om het lot van het Joodse volk te bepleiten bij de koning. Eerst aarzelt ze, maar dan stemt ze in, en gaat vervolgens strategisch te werk. Een dineetje moet de koning gunstig stemmen. Op het tweede festijn lukt het haar om Haman te ontmaskeren. Het verdelgingsdecreet wordt teniet gedaan door een anti-decreet. Haman wordt ter dood gebracht en Mordekai neemt zijn plaats in aan het hof.
Hamans ontmaskering in de verschillende tekstvormen
Op het ’tweede diner’ zullen we nu ingaan. De scène vormt één van de hoofdmomenten van het boek Ester: Haman wordt ontmaskert en tevens wordt de afkomst van Ester bekend. Grosso Modo vinden we in de Hebreeuwse en de twee Griekse teksten hetzelfde verhaal. Toch zijn er opvallende verschillen. We overlopen de scène in de verschillende tekstvormen.
In de Hebreeuwse tekst en de Septuagint komen de koning en Haman samen binnen bij Ester. In de tweede Griekse tekst is de koning al bij Ester als Haman binnenkomt. De koning vraagt – in de drie verhalen – wat Ester van hem verlangt. Ester verzoekt dan om het leven van haar en haar volk. De beide Griekse teksten spreken ook expliciet over de kinderen als slachtoffer. De tweede Griekse tekst schuift bovendien tussen de vraag van de koning en het antwoord van Ester het volgende detail in: Ester is bang en God geeft haar de moed om te antwoorden. De koning vraagt vervolgens – in de drie verhalen – wie haar en haar volk naar het leven staat en Ester duidt Haman aan. Het Hebreeuwse verhaal voegt er de volgende vraag aan toe: waar is hij? De tweede Griekse tekst schuift daarentegen opnieuw tussen de vraag en het antwoord een kleine scène in: Ester poogt de aandacht van de koning af te leiden en belooft de volgende dag te antwoorden. De koning bezweert haar echter onmiddellijk de boosdoener aan te wijzen. Na. de ontmaskering van Haman gaat de koning – volgens de drie verhalen – wandelen. Haman maakt. van deze situatie gebruik. Hij werpt zich voor de voeten van de koningin en smeekt voor zijn leven. Deze scène wordt door de koning, die net binnenkomt, anders geïnterpreteerd: nu ook nog de koningin verkrachten?, vraagt hij. In de tweede Griekse tekst wordt het doodvonnis van Haman onmiddellijk geveld: laat hem niet meer leven! In de Hebreeuwse en de Septuagint-tekst wordt eerst één van de eunuchen op het toneel gevoerd. Deze suggereert de koning dat er een galg klaar staat. Haman wordt opgeknoopt. Volgens de Septuagint wordt hij echter gekruisigd. De woede van de koning koelt af en Mordekai, de oom van Ester, wordt aangesteld in Hamans plaats.
Conclusie
Een groot deel van het onderzoek op het boek Ester concentreerde zich op de appendices. Deze bleken religieuzer van aard. De vraag rees of de Griekse versie de meest oorspronkelijke tekstvorm van het boek Ester is. Uit de passage die wij van dichterbij onder de loupe namen, kunnen we niet concluderen dat de Septuagint een religieuze inslag heeft. In de tweede Griekse tekst daarentegen vinden we expliciet de vermelding van ‘God’, maar of we op basis van dit gegeven kunnen besluiten dat de tweede Griekse tekst de meest oorspronkelijke versie weerspiegelt, is een andere vraag. De plussen van de beide Griekse teksten ten opzichte van de Hebreeuwse tekst vormen bovendien ook geen argument om één van de Griekse teksten als de origineelste te beschouwen. Het is immers niet duidelijk of deze plussen vertalingen zijn van een Hebreeuwse tekst en als zodanig het oorspronkelijke verhaal weerspiegelen, of te wijten zijn aan een vertaler die enkele elementen aan het oorspronkelijke verhaal wou toevoegen. De zaken zouden in elk geval eenvoudiger geweest zijn hadden de vertalers indertijd al gebruik gemaakt van twee lettertypes: één voor de vertaling uit de grondtekst en één voor de aanvullingen van latere datum.
Kristin De Troyer behaalde in september 1987 een licentie in de Godgeleerdheid met een proefschrift over De Hebreeuwse en Griekse teksten van het boek Ester. De geschiedenis van het onderzoek.
Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.