Het boek Amos. Een gegroeid profetisch geschrift
Door Hans Debel in EZRA Bijbels tijdschrift 22: juni 2014
Geselecteerde fragmenten
Wie aan ‘profeten’ uit het Oude Testament denkt, komt al snel uit bij Jesaja, Jeremia of Ezechiël, de zogenoemde ‘grote profeten’. Anders dan we misschien spontaan denken, heeft deze benaming niets te maken met de inhoud van deze boeken: de ‘grote’ profeten zijn niet méér profeet dan de twaalf ‘kleine’ profeten, maar onderscheiden zich enkel en alleen door de omvang van de geschriften op hun naam. Het loont dan ook de moeite om even te grasduinen in de boeken van de ‘kleine’ profeten, die in de joodse traditie vanwege hun eerder beknopte karakter op één enkele boekrol worden geschreven. Nadat in een eerder nummer al het boek Jona in de schijnwerpers werd geplaatst (zie Ezra nr. 18), wil onderstaande bijdrage een aanzet geven om Amos van nabij te bekijken. De inhoud van het boek is immers rijker dan we op het eerste gezicht vermoeden, en bovendien brandend actueel in een tijd van economische crisis. Om echter het geschrift dat aan de profeet Amos wordt toegeschreven ten volle naar waarde te kunnen schatten, moeten we aandacht besteden aan het gegroeide karakter ervan.
[..]
Een tweede voorbeeld van een tekst die helemaal niet in de achtste eeuw thuishoort, vinden we aan het einde van het boek. Terwijl hij nooit eerder zelfs maar alludeerde op de mogelijkheid dat een gedeelte van het volk zou kunnen ontkomen aan het dreigende onheil waarvoor hij waarschuwt, schetst Amos op de valreep een hoopvol perspectief voor de toekomst: de verwoeste steden zullen worden heropgebouwd, de boom- en wijngaarden heraangelegd, en de ‘bouwvallige hut van David’ hersteld (Am 9,11-15). Julius Wellhausen, een notoir bijbelwetenschapper uit de 19de eeuw, beschreef deze verzen terecht als ‘rozen en lavendel in plaats van bloed en ijzer’.
[..]
Dat religie niet los staat van het concrete, dagelijkse leven, klinkt verrassend actueel in een tijd waarin sommigen menen dat religieuze overtuigingen en rituelen een loutere privéaangelegenheid zijn die in elk opzicht uit het openbare leven moet worden gebannen. Het is vermoedelijk slechts één van de redenen waarom ook vroeger al nieuwe generaties zich in het boek Amos konden herkennen. Teneinde hun eigen situatie te verankeren in het boek, voegden enkele latere bewerkers passages toe die Amos’ boodschap herkenbaarder moesten maken voor hun lezers. Tegelijkertijd vonden zij de visie op JHWH als een straffende en meedogenloze god te eenzijdig en brachten daarom enkele subtiele theologische veranderingen aan die enerzijds in de lijn liggen van JHWH’s roep om rechtvaardigheid, maar anderzijds ook Amos’ godsbeeld verbreedden. In beide opzichten hebben deze latere ‘schrijvers’ het boek als het ware ‘voortgeschreven’.
De volledige versie van dit artikel kan u terugvinden in EZRA Bijbels tijdschrift 22: juni 2014, verkrijgbaar voor €5, inclusief verzending, door overschrijving op rekeningnummer BE98 1237 7805 2493 ter attentie van de Vlaamse Bijbelstichting, met vermelding van ‘Ezra22′.
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.