Herziening gewenst. Galaten 3,1-6 in de Nieuwe Bijbelvertaling

Door Jan Lambrecht in VBS-Informatie December 2006

In de brief aan de Galaten begint Paulus in het derde hoofdstuk een nieuw deel. Hij spreekt er de geadresseerden met ‘dwaze’ Galaten’ aan en stelt hun een aantal verwijtende vragen. De Nieuwe Bijbelvertaling (= NBV) geeft Galaten 3,1-6 vlot en helder weer. Daarmee zal iedereen het wel eens zijn:

Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven? Bent u werkelijk zo dwaas weer op uw eigen kracht te vertrouwen, en niet langer op de Geest? Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest? Dat kan toch niet! Geeft God u de Geest en de goddelijke krachten omdat u de wet naleeft? Of geeft hij ze omdat u naar hem luistert en op hem vertrouwt?
Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend’.

Hedendaags Nederlands

Dat is inderdaad een levendige en duidelijke vertaling. Men kan hiervoor wijzen op ‘u hebt uw verstand verloren’ met uitroepteken, op de logische overgang ‘Ik heb u Jezus Christus toch openlijk…’ en op wat op omgangstaal gelijkt: ‘Ik wil maar één ding van u weten’. De tegenstelling ‘door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven’ is effectvol geformuleerd. In ‘bent u werkelijk zo dwaas…?’ en ‘dat kan toch niet!’ hoort men nog eens gewone omgangstaal. Aan het einde beantwoordt ‘op hem vertrouwt‘ mooi aan ‘hij (= Abraham) vertrouwde op God’. ‘Toerekenen’ in plaats van ‘aanrekenen’ vindt men reeds in de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951. Dat Abrahams vertrouwen op God hem wordt toegerekend ‘als een daad van gerechtigheid’ is ongetwijfeld helderder dan het abstracte: ’tot gerechtigheid’, zij het ook aanvechtbaar, zoals beneden zal blijken. En Paulus richt zich tot de Galaten met het hoffelijke ‘u’.

Zover, zo goed. Maar de NBV is toch erg vrij. Om dit duidelijk te zien hoeft men haar vertaling maar naast een letterlijke weergave te leggen.

Letterlijke vertaling De Nieuwe Bijbelvertaling
1a Dwaze Galaten, wie heeft u begoocheld, 1a Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen?
1b u voor wier ogen Jezus Christus als gekruisigd werd voorgetekend? 1b Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt?
2a Dit alleen wil ik van u vernemen: 2a Ik wil maar één ding van u weten:
2b hebt ge de Geest ontvangen uit de werken van de wet of door te luisteren met geloof? 2b hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven?
3a Zijt ge zo dwaas? 3a Bent u werkelijk zo dwaas
3b Na begonnen te zijn met de Geest, eindigt gij nu met het vlees? 3b weer op uw eigen kracht te vertrouwen, en niet langer op de Geest?
4a Hebt ge zo grote dingen ondervonden zonder nut? 4a Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest?
4b Zo het inderdaad zonder nut (was)! 4b Dat kan toch niet!
5a Dus hij die u de geest verleent en wonderwerken onder u verricht, 5a Geeft God u de Geest en goddelijke krachten omdat u de wet naleeft?
5b (doet hij dit) uit werken van de wet of door te luisteren met geloof, 5b Of geeft hij ze omdat u naar hem luistert en op hem vertrouwt?
6a zoals ‘Abraham geloofd heeft in God 6a Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God
6b en hem (dit) aangerekend werd tot gerechtigheid’? 6b en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend’

Een zeer vrije weergave

Drie opmerkingen bij de letterlijke vertaling.

  1. De uitdrukking ex akoès pisteôs van de verzen 2b en 5b wordt weergegeven met ‘door te luisteren met geloof’. Het woord akoè betekent hiet dus niet ‘boodschap’ (die gehoord wordt), zoals in Romeinen 10,16-17, wel ‘het luisteren’, en de genitief pisteôs bepaalt de wijze waarop men luistert: ‘gelovig’.
  2. De vertaling van vers 4b, een zinnetje zonder werkwoord, is niet direct duidelijk. Letterlijk staat er ’tenminste als ‘die ervaringen) werkelijk zonder nut (waren? of: zijn konden?)’. De NBV interpreteert de betekenis waarschijnlijk heel correct met ‘Dat kan toch niet!’.
  3. De verzen 5 en 6 vormen vermoedelijk één lange vraagzin. Bij kathôs (‘zoals’) aan het begin van 6a hoeft men niet ‘geschreven staat’ aan te vullen. Vers 6 zet vers 5 voort. Paulus bedoelt: wie luistert met geloof, doet zoals Abraham, die in God geloofd heeft. In vers 6 gebruikte hij wel de woorden van Genesis 15,6, maar hij maakt ze tot zijn eigen woorden.

Hoe vrij de NBV is, kan blijken uit een korte bespreking. In vers 1a omschrijft ze het adjectief ‘dwaze’ met een zin: ‘u hebt uw verstand verloren!’, maar zonder consequent te zijn, aangezien Paulus dat adjectief in vers 3a herhaalt en de NBV het daar bewaart. Van de passieve relatiefzin van vers 1b maakt ze een actieve hoofdzin met ‘ik’: ‘ik heb openlijk en duidelijk bekendgemaakt’, waarmee ze kat’ ofthalmous prografô weergeeft, letterlijk ‘voor ogen openlijk opschrijven’. De tegenstelling in vers 2b tussen ex ergôn nomou (‘uit de werken van de wet’) en ex akoès pisteos (letterlijk: ‘uit het horen met geloof’) geeft ze vrij weer met ‘door de wet na te leven’ en ‘door te luisteren en te geloven’. Van de twee vragen in vers 3 maakt ze er één en in 3b verandert ze de tegenstelling ‘beginnen – eindigen’ in het uitdrukkelijke ‘weer – niet langer’. ‘Met het vlees’ wordt in 3b ‘(vertrouwen) op eigen kracht’.

Het relatieve ‘alles wat’ in 4a treedt in de plaats van het aanwijzende tosauta (‘zo grote dingen’). Met ‘dat kan toch niet’ in 4b expliciteert ze kernachtig hetgeen ze in dat onduidelijke vers leest. Ook van de ene vraag van vers 5 maakt ze er twee. ‘Goddelijke krachten’ in 5a is een te vrije vertaling van dynameis (‘wonderwerken’) en ‘goddelijke’ klinkt na ‘God’ minder mooi. God wordt in 5a trouwens niet genoemd, alleen aangeduide met ho epichorègôn (‘hij die verleent’), wat in de NBV dus een vrije weergave is. In 5b vertaalt de NBV ex akoès pisteôs met ‘omdat u vertrouwt’ op – dit werkwoord gebruikt ze ook in 3b, waar het in het Grieks niet voorkomt – terwijl ze in 2b dezelfde uitdrukking met ’te geloven’ weergeeft. Dat doet ze blijkbaar omdat ze pisteuô (‘geloven’) in 6a eveneens met ‘vertrouwen’ weergeeft. Over 6b is boven al gehandeld.

Niet te verdedigen

Op vijf plaatsen is de weergave van de NBV minder gelukkig.

  1. ‘Dwaas’ in vers 1 is voor Paulus een geladen woord. Hij herhaalt het bewust in vers 3a en het mocht daarom in 1a niet weggelaten of omschreven worden.
  2. De weergave ‘als de gekruisigde’ in vers 1b onderstelt bij estaurômenos (‘gekruisigd’) een bepaald lidwoord, dat daar niet staat. ‘De kruisigde’ is zoveel als een omschrijving voor Jezus, als zodanig bij de christenen bekend. Maar in vers 1b doelt Paulus met de term alleen op de uiterste vernedering en schande van jezus’ dood. Hij heeft hem de Galaten voor ogen gesteld ‘als gekruisigd’.
  3. Bepaald ongewenst is de afwisseling van ‘geloven’ in 2b en ‘vertrouwen’ in 5b (en 6a), ook al omdat de NBV deze laatste term reeds in 3b binnenbrengt, zondat dat die daar in het Grieks gebruikt wordt. De vertaling van het werkwoord pisteuô met ‘vertrouwen’ is bovendien te zwak. Natuurlijk betekent het nieuwtestamentische ‘geloven’ meer dan ‘voor waar aannemen’; er steekt ook ‘vertrouwen’ in. Maar ‘geloof’ en ‘geloven’ zijn in de brief aan de Galaten belangrijke themawoorden. In 5b is het naamwoord pistis, ‘geloof’, christologisch geladen; het gaat om geloof in Christus. Voor Paulus is ook Abrahams geloof in God meer dan louter vertrouwen op God. Vers 8 bewijst zijn overtuiging dat dit oudtestamentische geloof vergelijkbaar is met dat van het Nieuwe TRestament: ‘Aangezien de Schrift voorzag dat God de heidenvolken zou rechtvaardigen door het geloof, heeft zij aan Abraham “bij voorbaat het evangelie verkondigd”…’
  4. Men kan over de boven voorgestelde interpunctie in de verzen 5-6 twisten. meestal plaatst men het vraag teken aan het einde van vers 5. Men kan ook van oordeel zijn dat na kathôs (‘zoals’) ‘geschreven staat’ aangevuld moet worden. Maar het onvertaald laten van kathôs door de NBV is onverantwoord. Het geloof van de Galaten wordt immers vergeleken met dat van Abraham. Door met vers 6 ten onrechte een nieuwe alinea te beginnen, verbreekt de NBV de innerlijke samenhang.
  5. De weergave van eis dikaiosynèn (’tot gerechtigheid’) in vers 6b met ‘als een daad van gerechtigheid’ is ongelukkig omdat ‘geloven’ bij Paulus beter niet een ‘daad’ (of ‘werk’) genoemd wordt. Met een daad verdient men loon en de verkregen gerechtigheid is volgens Paulus geen loon. Maar die weergave is tegelijk te zwak. Een vergelijking met Romeinen 4,4-5 moge dit verduidelijken. ‘Hij die werkt, krijgt zijn loon niet aangerekend als gunst maar als zijn verschuldigd recht (ou kata charin alla kata ofeilèma). Aan degene echter die niet werkt, maar gelooft in hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof “tot” gerechtigheid (“eis” dikaiosynèn) aangerekend’. ‘Tot gerechtigheid aanrekenen’ is hier niets minder dan ‘rechtvaardigen’. Door het geloof rechtvaardigt God de goddeloze. Volgens Romeinen 4,6-8 gebeurde dit ook bij David: zijn zonden werden neit aangerekend; zijn ongerechtigheden werden vergeven.
    Zeggen dat geloven toegerekend wordt ‘als een daad van gerechtigheid’, verwijgt dat door dat geloof God bij wijze van gunst de rechtvaardigheid geeft, dit is bij de gelovende tot stand brengt, net zoals iemand door werken zijn loon niet alleen verdient, maar ook krijgt.

Besluit

Er valt te betwijfelen of de meeste bijbelkenners de grote vrijheid van de NBV in Galaten 3,1-6 zullen appreciëren. Maar erger dan die grote vrijheid is hetgeen blijkt uit de laatste vijf aanmerkingen: dat deze nieuwe vertaling inhoudelijk om een herziening vraagt. De trouw aan de grondtekst blijft hier in gebreke. Men zou daardoor kunnen gaan denken dat ook op andere plaatsen in de vertaling van Galaten (en elders?) een te grote vrijheid heerst.

Noot

Bovenstaande tekst werd door Jan Lambrecht uitgesproken bij de voorstelling van zijn nieuwe boek Trouw en betrouwbaar. Recente Bijbelvertalingen, Uitgeverij Averbode, 2006, op 28 oktober 2006 in het abtskwartier van de abdij van Averbode. Deze tekst is niet in het boek opgenomen en verschijnt hier voor het eerst.

ezra19Dit artikel verscheen in het voormalige VBS-Informatie. In 2009, bij het begin van de 40ste jaargang, kreeg het blad een nieuwe vormgeving. Sindsdien verschijnt het onder de naam Ezra – Bijbels tijdschrift.
→ Bekijk de recentste nummers van Ezra – Bijbels tijdschrift.
 
Leden van de Vlaamse Bijbelstichting krijgen het recentste nummer van EZRA om de drie maanden gratis opgestuurd.
→ Ontdek alle voordelen van het VBS lidmaatschap.

 

Reacties zijn afgesloten.